
Het was een ode aan de Braziliaanse literatuur, dit tweede deel van onze viering van de tweehonderdste verjaardag van Brazilië (het eerste, in december 2022, was gewijd aan architectuur en stedenbouw) in Casa Casla, Almere. Proza en poëzie. Noortje Braat gaf een stem aan Clarice Lispector (fragmenten uit haar bundel columns De ontdekking van de wereld) en Carlos Lagoeiro samen met Harrie Lemmens vertolkten Lúcio Cardoso (fragmenten uit zijn grootse roman Kroniek van het vermoorde huis). Ana Carvalho lichtte een aantal foto’s bij citaten uit De passie volgens G.H. van Clarice Lispector toe, zoals eerder verschenen in Zuca-Magazine en Michiel Scheen begeleidde alles op piano.
Na de pauze was het de beurt aan de dichters Ricardo Domeneck en onze eigen Zuca Sardan, gebracht door opnieuw Carlos Lagoeiro en Harrie Lemmens, afgewisseld met en ondersteund door gitaar en zang van Andrew Laureth, die samen met Noortje zorgde voor een geweldige uitsmijter: Corcovado en The girl from Ipanema.

Als verrassing had Ricardo Domeneck een van zijn gedichten ingesproken:
Terra no corpo
Uma história da terra
no próprio corpo.
Do pai, a porção
branca da carne,
ascendência registrada
em cartórios por tabeliães,
o sobrenome que retém
do avô a pronúncia catalã
de origem, ainda
que sua grafia se tenha
baralhado, e, da avó,
nomes de cidades
do passado, como certa
Campobasso, que tanto
poderia ser Atlântida.
Do pai, principalmente,
a possibilidade dos convites
às salas-de-jantar da casa-grande.
Da mãe, o tingir
castanho da pele
de gente cabocla
do interior, sobrenome
proletário de qualquer
zé-ninguém, e o passado
esquecido de ocas,
do estupro de mulheres
ameríndias e africanas
apagado e silenciado
pela História,
mas não pela carne.
A carne lembra-se
e lembra.
Como o pânico irracional
da mãe, a cada gripe,
de que morra a casa toda.
As linhas retas de pais,
lembradas,
e as linhas tortas de mães,
esquecidas.
Mas na língua mesma
resiste
talvez a memória
de um desastre antigo,
quando empreteja
o céu e se grita
da casa-pequena
que se corra e tire
a roupa do varal,
que vai cair um toró.
É sempre e ainda
o toró que vem.
E a carne dos filhos
sem entender bem
o porquê,
deseja e teme
o toró-final
que venha e leve
roupa e varal,
quintal e casa.

Herkomst in je lijf
Het verhaal van je herkomst
in je eigen lijf.
Van je vader het blanke
aandeel in je vlees,
afkomst zoals door notarissen
opgetekend in kantoren,
je achternaam heeft van je opa
nog de oorspronkelijke Catalaanse
uitspraak, hoewel
de schrijfwijze ervan
verhaspeld is, en van oma
namen van dorpen
uit het verleden, zoals
Campobasso, dat even goed
Atlantis zou kunnen zijn.
Van je vader vooral
de kans te worden uitgenodigd
om te eten bij de heren thuis.
van je moeder
de koperen huid
van mensen uit het
binnenland, de proletarische
achternaam van een
jan met de pet en het vergeten
verleden van hutten,
de verkrachting van Indiaanse
en Afrikaanse vrouwen die
werd weggewist en verzwegen
door de geschiedenis
maar niet door het vlees.
Het vlees herinnert zich
en herinnert.
Zoals de redeloze paniek
van moeder bij elk griepje
dat het hele gezin eraan gaat.
De gepaste vaderlijn
bewaard
en de foute moederlijn
vergeten.
Maar in de taal zelf
volhardt
wellicht de herinnering
aan een oude ramp,
wanneer de lucht
betrekt en er
wordt geroepen
gauw gauw haal
de was naar binnen,
want het gaat regenen.
Steeds en steeds weer
gaat het regenen.
En het vlees van de kinderen
verlangt en vreest
zonder te begrijpen
waarom
dat de laatste stortbui
losbarst en kleren
en waslijn, tuin
en huis wegspoelt.

Leave a Reply