Door Harrie Lemmens
Universo
Hemelvaartsdag en het is stil als nooit in Amsterdam. Te vroeg voor de wereld. Pas in de buurt van het station druppelen restmensen van de voorbije nacht neer uit het heelal. Herkenbaar aan het ontbreken van een paraplu: gisteren was het stralend zomerweer, nu miezert het als in Porto.
De geluiden spoelen de stilte weg en ik moet om wat voor grillige reden dan ook denken aan de woorden van Pessoa die als motto dienen voor deze column: ‘Mijn hoofd en de wereld doen zeer.’ Ik heb geen last van mijn hoofd en heel even had ik ook geen last van de wereld, dus dat kan de reden niet zijn.
De regel schoot me te binnen vanwege een gedicht van de Kaapverdiaanse dichter José Luiz Tavares dat gisteravond ter sprake kwam. Net als Pessoa spreekt hij daarin over ‘o universo’, en net als bij Pessoa vertaal ik dat met ‘de wereld’. Omdat dat moet van de taal. Het heelal is in de ene woordenwereld als aanduiding afgemeten en nauwkeurig en in een andere te groot. Daar is de wereld al ruim genoeg.
Zoals Pessoa’s zin blijk geeft van onrust en rusteloosheid, zijn Tavares’ woorden louterend en even stil als Amsterdam toen ik in alle vroegte de deur uitging. Stil vanwege hun eenvoud, louterend vanwege hun berustende inzicht.
Het is stil als altijd in Almere en ik begin te schrijven: ‘Hemelvaartsdag en het is stil als nooit in Amsterdam.’
O universo
passa bem sem ti,
meu rapaz.
Och jongen,
de wereld kan best
zonder jou.
In: Polaroides de distintos naufrágios
Foto Ana Carvalho
Doem-me a cabeça e o universo.
Mijn hoofd en de wereld doen zeer.
Fernando Pessoa
Um novo sol já vai raiar.
Een nieuwe zon zal stralen.
Vinicius de Moraes
Leave a Reply