Door Harrie Lemmens

In zijn onovertroffen Boek der rusteloosheid noteert Bernardo Soares: ‘Ik ben het levende podium waarop verschillende acteurs lopen die verschillende stukken spelen.’ Het was erg druk in het hoofd van Pessoa, zeker, maar onlangs heb ik opnieuw kunnen vaststellen dat ook zijn habitat, de Baixa van Lissabon, een schouwburg is waar doorlopend stukken worden opgevoerd, van monologen en eenakters tot tragedies en zijn eigen draai aan Maeterlincks drame statique.
Een voorbeeld van dat laatste genre was de bank aan een plein waarop een vrouw en drie mannen in een perfecte enscenering lieten zien hoe praten in Portugal in zijn werk gaat, wie welk woord voert en wie het hoogste. Drie mannen nemen de helft van de lange bank in beslag, dicht tegen elkaar aan, in die zin dat de middelste, schriel als Stan Laurel, min of meer klemgezet wordt door druk gesticulerende omvangrijkere stadgenoten. En de vrouw op de andere helft let op haar boodschappen en slaat geen acht op het gezwets naast haar. Ze is eraan gewend.
En er is de in keurige overjas gestoken oudere man die opstaat van de bank die hij heeft gedeeld met een verlopen ogende straatslijper om vervolgens met de handen op de rug in de eeuwigheid van zijn metafysica te staren.
En dan de jongeman die aan ons voorbijflitst op het Rossio en zich verbergt achter een van de pilaren van het Teatro Dona Maria ii, van waaraf hij van angst getuigende schielijke blikken werpt op het plein. Angst waarvoor? De politie? Een bandiet, al dan niet concurrent? Een bedotte klant van dubieuze koopwaar? De man van zijn overspelige minnares?
En op het Terreiro do Paço zien we vanuit de bus hoe een bebaarde en behaarde man zich moeizaam in een helderwitte bruidsjurk hijst. Hoe krijgt hij het lijfje in godsnaam dicht? Zou hij een voorbijganger vragen om het rijgkoord aan te trekken? En waarom hult hij zich daar überhaupt in? Niet vanwege een vrijgezellenfeest, want daarvoor ontbreken de dronken vrienden. Een paar uur later zien we hem naast een mandje en een blad papier staan. Hij is aan het werk. Wat dat exact inhoudt blijft in de mist van een ooit verdwenen koning gehuld.
En er is Luana, die op het terras van een restaurant een onewomanshow opvoert waar ze ons, het publiek, in trekt als participanten. Vooral Ana.
En tot slot (maar er is meer, veel meer, niet alleen de Benedenstad maar heel Lissabon is per slot van rekening één groot podium) die agitprop-Angolees in de Avenida da Liberdade uit Licht op Lissabon:
‘Ich war nicht immer so,’ hoor ik een haveloze magere zwarte man zeggen tegen een ouder echtpaar dat over de stoep loopt. ‘Ich komme aus Angola aber habe studiert in Hamburg, bin sechzig.’ Blijkbaar ziet hij de blonde man aan voor een Duitser. Als de vrouw de straat oversteekt, roept hij haar na: ‘Nicht weglaufen, mama!’ En ik zie dat de man hem wat geld toestopt. Overlevers.
Doem-me a cabeça e o universo.
Mijn hoofd en de wereld doen zeer.
Fernando Pessoa
Um novo sol já vai raiar.
Een nieuwe zon zal stralen.
Vinicius de Moraes
Foto Ana Carvalho
Foto Ana Carvalho
Leave a Reply