Door Harrie Lemmens

Zomaar een dag uit het leven van een vertaler.
E-mail van A. beantwoord met een verzoek om meer informatie omtrent de zeventiende-eeuwse Portugese militair Cadornega, die een prominente rol speelt in mijn boek De vorst, de soldaat en de reiziger, over 400 jaar betrekkingen tussen Portugal en Angola.
M.’s vertaling van een gedicht van de Portugese dichteres Lídia Jorge en een prozafragment van de Angolese schrijver Pepetela voor Zuca-Magazine gelezen. Het bijzonder interessante gedicht over opvoeding en tradities, dat binnenkort in Zuca-Magazine verschijnt, later besproken met Ana.
Met K. via Messenger gecorrespondeerd over Cyro dos Anjos, Dyonélio Machado en naar aanleiding daarvan over de communistisch angehauchte literatuur uit het Braziliaanse Noordoosten, waar de schrijver van Ambtenaar Belmiro zich tegen afzette.
C. stelt per e-mail voor om tijdens het programma rond Clarice Lispector van Theater Munganga in december niet voor te lezen uit De ontdekking van de wereld, haar kronieken, maar uit de magistraal ontregelende roman De passie volgens G.H. Met daarbij foto’s van Ana uit onze reeks quotes.
Gisteren de persklaar gemaakte kopij van De andere kant van de zee van António Lobo Antunes ingeleverd, vandaag de woordenlijst daarbij aangevuld en aantekeningen gemaakt voor het nawoord ter verduidelijking van de historische achtergrond van deze grootse roman: de opstand van katoenarbeiders die de aanzet vormde voor de koloniale oorlog. Ook de flaptekst bekeken die J. me vanmorgen heeft gestuurd.
Een filmpje op youtube waarin José Eduardo Agualusa in mijn ogen ietwat bedenkelijke dingen zegt over de relatie tussen Angola en Brazilië en waarin een bezonnebrilde getinte juffrouw opmerkt dat ze altijd gedacht had dat er alleen maar zwarten waren in Angola. Dus hoe dat zit met de onmiskenbaar blanke schrijver, wil ze weten. Hilarisch.
A. is naar de theaterbewerking van Saramago’s Stad der blinden in theater Carré geweest en vraagt wat Saramago daarvan zou vinden. En van corona. Onder andere geantwoord dat hij zou onderstrepen dat het ergste van dit virus, net zoals van de epidemische blindheid in zijn parabel, het onvermogen of de onwil van mensen is om de ander te zien.
De Portugeestalige literatuur heeft zoals u ziet vele huizen. En soms wordt er een vermoord, zoals in de omvangrijke roman Kroniek van het vermoorde huis van de Braziliaan Lúcio Cardoso, met de vertaling waarvan ik verder mijn dagen vul. Daaruit dit korte fragment uit het dagboek van personage André: ‘Er is geen tijd voor mij, geen verleden en geen toekomst, er is alleen maar een onherstelbaar voortduren. Zo is de hel – een witte ruimte zonder grenzen in de tijd.’ Volgend jaar bij De Arbeiderspers.
Doem-me a cabeça e o universo.
Mijn hoofd en de wereld doen zeer.
Fernando Pessoa
Um novo sol já vai raiar.
Een nieuwe zon zal stralen.
Vinicius de Moraes
Foto Ana Carvalho
Foto Ana Carvalho
Leave a Reply