Door Harrie Lemmens

Laat mij, lezer, u verhalen over Reza en twee elkaar beconcurrerende boekhandelaren. Reza bracht zijn dagen door in een centrum voor dagbesteding. Ooit, bij zijn geboorte of daarna, was er iets misgegaan in zijn cerebrale besturingssysteem en hij behoefde bijzondere zorg. Vandaar.
Reza vulde zijn dagen met het volbrengen van een taak. Hij moest vellen papier tot smalle reepjes verscheuren. Als een menselijke papierversnipperaar. Een goddelijke of duivelse fluisteraar dwong hem daartoe. Om te voorkomen dat de administratie van het dagverblijf aan flarden ging, zat hij in een apart kamertje, waar hij lijvige telefoongidsen veranderde in snippers. Zoals in 1974 in Lissabon met de dossiers was gebeurd op de burelen van de pide, de geheime politie van Portugal, en in 1989 in Berlijn bij de Stasi, na de val van de Muur. Maar dat zijn twee andere verhalen.
Een oom van Reza had een boekhandel in de stad X. Naast de boekhandel, laten we hem A noemen, zat een eethuis, B, en daarnaast een andere boekhandel, C. De twee boekverkopers waren elkaar niet goed gezind. Of beter gezegd, ze waren gebrouilleerd, of beter gezegd, ze konden elkaar niet luchten of zien. Haat en nijd dus, is er iets menselijkers dan dat?
De eigenaar van C draaide op een bepaald moment zo door, ontstak in zo’n hevige, bijna bijbelse woede dat hij ’s nachts een luxe-uitgave van Rabelais’ Gargantua en Pantagruel in een in spiritus gedoopte lap wikkelde en, na een raampje naast de deur te hebben ingeslagen, brandend bij zijn rivaal naar binnen gooide.
Gelukkig stond de Waalse waard van B nog af te wassen, zodat het brandje tijdig geblust kon worden.
Maar boekhandelaar A zon op wraak. Wacht maar, ik krijg je wel, dacht hij. Eén keer in de maand had hij zijn neefje in het weekend te logeren en in zijn verdorven brein rijpte een plan.
De maandag na het verblijf van Reza bij zijn oom schrok boekverkoper C zich bij het betreden van zijn negotie gruwelesk een hoedje en de schreeuw die hij wilde slaken stokte in zijn garganta: er stonden geen boeken meer in de rekken. De wereldliteratuur was veranderd in een berg snippers. En in Reza’s dagverblijf waren ze verbaasd dat hij die dag geen zin had om wat dan ook te versnipperen.
Ik moest aan Reza denken toen ik weer eens las dat boeken nauwelijks nog verramsjt worden, maar onmiddellijk door de papierversnipperaar worden gehaald. Boeken leven lang niet altijd meer eeuwig. Ook zij zijn sterfelijk geworden, van god of duivel mens.
Doem-me a cabeça e o universo.
Mijn hoofd en de wereld doen zeer.
Fernando Pessoa
Um novo sol já vai raiar.
Een nieuwe zon zal stralen.
Vinicius de Moraes
Foto Ana Carvalho
Foto Ana Carvalho
Er zijn boeken die misschien beter nooit geschreven hadden moeten worden; zie het aanbod van zgn. ‘romannetjes’ in de Bruna winkels, etc. (om over veel ernstiger, twijfelachtige geschriften nog maar te zwijgen):
“O que realmente importa e conteúdo”.