Door Harrie Lemmens
In januari – kort voor de inauguratie van Donald Trump – zat ik in Lissabon in de metro. Ik bladerde mijn twee nieuwe boekaanwinsten door, Poesias Completas van Ângelo de Lima, een krankzinnig dichter uit het begin van de vorige eeuw wiens werk door Pessoa en Mário de Sá-Carneiro werd gepubliceerd, en van die laatste een mooie uitgave van zijn verhaal Loucura, ‘Waanzin’.
In Anjos stapte een in het zwart gehulde man met een grijze baard en een even grijze paardenstaart in de metro. Ietwat groezelig. Afgetrapte schoenen. Kleren lang niet gewassen. Zelf ook niet. Betere tijden gekend. Nu in de war. Hij sleepte een vuilniszak met zich mee en ging zitten.
De vuilniszak zat vol papier, zo bleek. Oude kranten. Losse proppen die hij gladstreek op zijn knie. Vervolgens haalde hij een loep uit zijn jaszak en begon de proppen en pagina’s te bestuderen. Hij las hardop passages voor en voorzag ze mompelend van commentaar.
De verzameling groeide en voorovergebogen diepte hij ook plastic tasjes op uit de grote zak, waar dan weer ander papier in zat. Verfrommeld, grauw, restwerk. Het was zijn bibliotheek, die hij met de toegewijde aandacht van een hoogleraar doornam. Alsof hij een college voorbereidde.
Ik vergat mijn twee schrijvers en keek geboeid toe hoe hij tasje na tasje en papier na papier tevoorschijn toverde. En vlak voor ik moest uitstappen zelfs een boek. Vergeeld, beduimeld en stukgelezen. Hij bekeek de achterflap, leunde achterover en hield het opengeslagen voor zijn ogen. ‘Newspeak’ las hij, waarna hij peinzend omhoogkeek en het woord herhaalde, alsof hij het proefde. ‘Newspeak’. Het was, zag ik toen ik opstond, een Amerikaanse pocketuitgave van Orwells 1984. In de metro van Lissabon. Kort voor de inauguratie van Donald Trump.
Foto: Ana Carvalho
Leave a Reply