Van de Portugese dichteres Maria do Rosário Pedreira (1959) hebben we eerder het gedicht ‘Die zomer’ opgenomen, uit de bundel O canto do vento nos ciprestes. Daar vindt u meer informatie over haar. Hier ‘Zeven jaren’, uit de bundel A casa e o cheiro dos livros).

Zeven jaren
Zeven jaren van onzekerheid wachten mij. De dikke kat
buiten op de muur zit daar slechts tijdelijk. Jij echter
blijft nog, een boek dat werd weggelegd op het hoogtepunt
van de plot, voorgoed opengeslagen op het bed. Ik
ga bij het raam zitten waar ooit een vijgenboom stond.
En daar blijf ik. Waarschijnlijk wacht ik op jouw stem in de lange
stilte in de slaapkamers ’s avonds. En ook ik val in slaap,
als er niet de herinnering aan het oorverdovende lawaai
van de spiegels was, die door het huis uiteenspatten in duizend
onzekere scherven. Zeven jaren
om een verhaal te herlezen dat je door en door kent, of
een blanco boek tot het einde door te bladeren. De kat
is al weg. Ik zeg dat hij net als jij een ander bed
kiest om de maan te tarten. Ik niet, ik ik blijf.
Sete anos
Sete anos me aguardam de incertezas. O gato gordo,
sobre o muro, é apenas uma figura transitória. Tu vais
ficando, um livro abandonado no melhor
do enredo, aberto para sempre sobre a cama. Eu
sento-me à janela onde houve uma vez uma figueira.
E fico. Aguardo provavelmente a tua voz no silêncio
demorado dos quartos ao entardecer. E também adormeço,
se não for a memória do ruído ensurdecedor dos
espelhos, rebentando pela casa em mil pequenos cacos
Incertos. Sete anos
para reler uma história demasiado conhecida ou
folhear um livro branco até ao fim. O gato já
desapareceu. Digo que escholhe, como tu, outra
cama para desafiar a lua. Eu não, eu eu fico.
Vertaling Harrie Lemmens
Foto Ana Carvalho
Leave a Reply