Sophia de Mello Breyner Andresen (1919-2004) is de grande dame van de Portugese poëzie in de 20e eeuw en de eerste vrouw die in 1999 de meest prestigieuze literatuurprijs van het Portugese taalgebied, de Prémio Camões, ontving. Haar oeuvre is indrukwekkend en omvat behalve poëzie ook proza en vertalingen. Niet voor niets werd ze in 2018 geëerd tijdens de boekenbeurs van Porto. Zuca-Magazine volgt dit goede voorbeeld en staat stil bij haar omvangrijke werk.
Na haar jeugd in Porto, waar ze werd geboren als telg van een welgestelde aristocratische familie met Deense roots, ging Sophia studeren aan de universiteit van Lissabon. Daar werd ze actief in een verzetsbeweging tegen dictator Salazar en leerde ze invloedrijke dichters als Ruy Cinatti en Jorge de Sena kennen, die meewerkten aan het tijdschrift Cadernos de Poesia, waarin haar eerste gedichten verschenen.
Haar eerste dichtbundel (Poesia) verscheen in 1944, waarna er nog vele zouden volgen, zoals Livro Sexto, O Nome das Coisas en Navegações. Deze laatste bundel werd in 1991 vertaald door Irène Koenders met als titel ‘Zeereizen’. Behalve een indrukwekkend aantal gedichten schreef Sophia de Mello Breyner ook verhalen, kinderboeken, essays en theaterstukken, en vertaalde ze werk van Shakespeare en Dante. Een terugkerend thema in haar oeuvre is de zee, evenals de natuur in het algemeen. Haar jeugdjaren in een groene omgeving (grootvader Andresen was eigenaar van de Quinta do Campo Alegre, waar zich nu de botanische tuin van Porto bevindt) hebben duidelijke sporen achtergelaten. De vele verwijzingen naar de Griekse mythologie getuigen van haar bewondering voor de klassieke literatuur en beschaving: ze studeerde klassieke filologie en maakte veel reizen naar met name Griekenland.
Sophia de Mello Breyner Andresen trouwde in 1946 met advocaat en politicus Francisco Sousa Tavares, met wie ze 5 kinderen kreeg. Eén van die kinderen is de journalist en schrijver Miguel Sousa Tavares, wiens debuutroman ‘Evenaar’ (Equador) in 2004 in het Nederlands verscheen (vert. Harrie Lemmens).
Onderstaand gedicht, Om met jou door de lege wereld te trekken, is afkomstig uit Livro Sexto (1962).
Om met jou door de lege wereld te trekken
Om met jou door de lege wereld te trekken
Om samen de dood in de ogen te zien
Om de waarheid te vinden om angst te bedwingen
Bleef ik altijd dicht aan je zij
Voor jou zag ik af van mijn rijk mijn geheim
Mijn kortstondige nachten mijn stilte
Mijn ronde parel die in het oosten rijst
Mijn spiegel mijn leven mijn beeld
En heb ik de hof van eden verlaten
Hier buiten in het harde rauwe-daglicht
Zag ik zonder spiegels dat ik naakt was
En de barre vlakte tijd werd genoemd
Daarom kleedde jij mij met jouw gebaren
En leerde ik vol in de wind te leven
Para Atravessar Contigo o Deserto do Mundo
Para atravessar contigo o deserto do mundo
Para enfrentarmos juntos o terror da morte
Para ver a verdade para perder o medo
Ao lado dos teus passos caminhei
Por ti deixei meu reino meu segredo
Minha rápida noite meu silêncio
Minha pérola redonda e seu oriente
Meu espelho minha vida minha imagem
E abandonei os jardins do paraíso
Cá fora à luz sem véu do dia duro
Sem os espelhos vi que estava nua
E ao descampado se chamava tempo
Por isso com teus gestos me vestiste
E aprendi a viver em pleno vento
Foto Ana Carvalho
Leave a Reply