
In deze aflevering van “Kinderjaren” vertelt Bruno Vieira Amaral (1978) hoe hij als kind gefascineerd raakte door onheil en rampspoed. Dit fragment komt uit zijn veelvuldig bekroonde debuutroman, As Primeiras Coisas (Quetzal, 2013). Ook zijn tweede roman, Hoje estarás comigo no paraíso, viel onlangs in de prijzen en eindigde op de tweede plaats van de Prémio Oceanos, na de Braziliaanse dichteres Marília Garcia.

“Ik ben altijd gefascineerd geweest door de nederlaag van de Japanners in de Tweede Wereldoorlog, vooral door de verwoesting van Hiroshima en Nagasaki. Die fascinatie is wellicht toe te schrijven aan de wijze waarop ik daarvan kennisnam. Onze buurvrouw, dona Ilda, verspreidde vol overgave de religieuze propaganda van de Jehova’s Getuigen. Die publicaties hadden middeleeuws aandoende titels als De Wachttoren of Ontwaakt!. Daarin kwamen algemene onderwerpen aan bod, die pas aan het eind een religieuze wending kregen. Het was in een van die blaadjes dat ik voor het eerst las over de ondergang van de Titanic, aids of de bom op Hiroshima.
Zo kreeg ik een bijzondere belangstelling voor rampen. Op mijn zevende was ik onbewust een doemdenker, geobsedeerd door de gedachte dat de wereld zou vergaan. Ik kon geen genoeg krijgen van die blaadjes, die me telkens weer raakten. Het was het klassieke scenario van een rampenfilm: geen wolkje aan de lucht, kinderen op weg naar school, het vertrek uit de haven van Southampton op 10 april 1912, een kalme zee, een uitgelaten stemming en ontluikende seksualiteit, dan de eerste wolken aan de horizon, tekenen van naderend onheil, de aanvaring met de ijsberg, de dodelijke flits, de eerste slachtoffers van wat destijds de ‘homoziekte’ werd genoemd. Voor je het wist, had je te maken met een tragedie van onmetelijke omvang. Daarna volgde het onderzoek, de oorzaken, Ground Zero, de slachtoffers. Ik kwam vaak niet verder dan de inleiding. De spanning van het moment waarop alles nog mogelijk was, kon mij niet lang genoeg duren: de verhalen over de passagiers van de Titanic (de dame die haar hut niet uit wilde, de band die bleef doorspelen terwijl het schip zonk), de homoscene in San Francisco, het leven van de inwoners van Hiroshima aan de vooravond van het bombardement (bijv. de vader die altijd spijt zou hebben van het feit dat hij zijn zoon geen rijst meer had gegeven als laatste avondmaal). Zodra de ramp ophanden was of zich voltrok, haakte ik af. Aan het eind volgden meestal de conclusies en de moraal van het verhaal, dooddoeners die aan mij niet waren besteed.”
Vertaling Marilyn Suy
Foto Ana Carvalho
Leave a Reply