Uit Zon & Zeer 25 juni 2021: Als Ana en ik binnenstappen in restaurant Gaúcha, worden we hartelijk verwelkomd door de ‘kortbemouwde kelner met de sleepkabelarmen van een behaarde krachtpatser’ uit Licht op Lissabon. En als ik naar het boek wijs, dat ik op tafel heb gelegd – we hebben voor reclamedoeleinden de hele ochtend met boek en fototoestel in de hand door de Baixa gedwaald –, en vertel dat ik hem daarin heb opgenomen, reageert hij verrast: ‘Schrijft u dan ook?!’
Hijzelf, Jorge Antunes, is behalve kelner namelijk schrijver. Onder het pseudoniem Jorge Pedrógão heeft hij acht romans geschreven en alle acht met de hand. Verder dan manuscripten zijn ze nog niet gekomen. ‘Mijn zoon heeft me al vaker aangeboden om ze over te typen met zijn computer, maar dat wil ik niet, want er moet nog een hoop aan verbeterd worden.’
Inmiddels heb ik hem enkele pagina’s uit een van zijn romans kunnen ontfutselen. Daaruit hier een fragment.

Ik wil journalist worden, punt uit!
‘Ik wil journalist worden, punt uit!’ antwoordde Silvério Macedo op het eeuwige gezeur van zijn vader om economie te gaan studeren.
De jongen was geboren in een gouden bedje en opgegroeid onder de beschermende vleugels van liefhebbende ouders. Zijn vader, Simão Macedo, vooraanstaand econoom, bestuurslid van een privébank. Zijn moeder, Simoneta Bizarro, Spaanse operazangeres en docente aan het conservatorium.
Hij had altijd mogen doen en laten wat hij wilde, hoewel er wat normen en respect betreft een grens was die hij nooit zou overschrijden. Nu hij moest beslissen wat en waar hij ging studeren, verdedigde hij vol overtuiging zijn besluit om Portugees te doen, omdat hij journalist wilde worden.
Salazar heerste nog onbedreigd en Silvério’s vader maakte zich zorgen over de keuze van zijn zoon, omdat hij wist hoe sterk de druk van de censuur in de journalistiek was, maar hij moest zijn verzet opgeven. Hem bijstaan met goede raad, oké, maar verhinderen dat zijn zoon deed wat hij wilde, nee, dat was uitgesloten.
Silvério’s moeder hield zich op de vlakte, haar ouders hadden haar zangcarrière immers aanvankelijk ook afgekeurd, hoewel ze later volledig achter haar keuze waren gaan staan.
Juist omdat hij de censuur in zijn jeugd aan den lijve had ondervonden, maakte Silvério’s vader zich zorgen over de toekomst van zijn zoon. In de meeste krantenartikelen werd geknipt en veel stukken mochten helemaal niet gepubliceerd worden. Boeken mochten wel uitgegeven worden, maar vervolgens werd de verkoop ervan verboden, wat vaak tot het faillissement van de uitgeverij leidde. De enige hoop die hij had was dat het na zijn afstuderen, en dat duurde nog een aantal jaren, allemaal wat beter zou gaan en hij minder te lijden zou hebben onder de repressie. Die hoop baseerde hij voornamelijk op het groeiende verzet onder studenten en politici.
Silvério was goed op school. In die tijd moest je in principe mondeling en schriftelijk examen doen, en bijna altijd werd hij vrijgesteld van het mondeling. Zijn beste vriend heette Felício Barreto en met hem hield hij een permanente wedstrijd wie de hoogste punten haalde. Dat had geen weerslag op hun vriendschap, het was positief, een soort leerschool.
Ze wisselden elkaar voortdurend af als de beste en door die competitie bereikten ze een veel hoger niveau dan hun klasgenoten. Ze deden samen eindexamen en gingen samen naar de universiteit. In Coimbra, waar de studenten zich danig roerden en de pide hard terugsloeg.
De moedigste studenten noemden informatie en cultuur hun bazooka’s en verboden boeken hun munitie, waarmee ze de agenten van de pide hoorndol maakten. Die sneden in de studentenhuizen, de zogenaamde ‘republieken’, de matrassen open op zoek naar clandestiene propaganda en lectuur die op de zwarte lijst stond, en als ze iets vonden, stencils of boeken van bijvoorbeeld Jorge Amado, belandde dat linea recta op de brandstapel, en de eigenaren werden gearresteerd en aan brute verhoren onderworpen, en de grootste fanatiekelingen gingen de bak in.
Dat maakte velen van hen er niet beter op, om de simpele reden dat ze volgens hun opvattingen niet verbeterd hoefden te worden. Door die botsingen ontstond er een sfeer van ernst en rotsvast vertrouwen tussen de strijdkameraden. Die context van opstand en censuur sterkte Silvério steeds meer in zijn besluit om journalist te worden. Op de faculteit legde een docent hem uit wat dat inhield, reporter zijn: ‘Een reporter is iemand die schrijft over wat hij heeft gezien, die overal naartoe snelt, die helder en toegankelijk schrijft, en die dag in dag uit van a tot z goed is. Als een schrijver een slecht boek aflevert, wordt hem dat vergeven, maar een reporter die een slechte reportage publiceert kan slechts op afkeuring rekenen.’ Silvério zoog het allemaal gretig in zich op.
Vertaling Harrie Lemmens
Foto Ana Carvalho
Leave a Reply