Zuca Sardan, rebelse surrealist uit Hamburg

Door Harrie Lemmens
Foto’s Ana Carvalho


In november van het gezegende jaar 2011 ontmoetten we de Braziliaanse dichter-tekenaar Carlos Saldanha, alias Zuca Sardan, in Brussel, waar hij een week verbleef op uitnodiging van het onvolprezen festival Europalia. We gingen samen met hem en zijn vrouw Ingeburg kijken naar Manneken Pis, dat hij ontroerd voor het eerst zag, beleefden hem bij een schitterende voordracht in een bibliotheek en ik interviewde hem in Antwerpen voor publiek.

Sindsdien hebben we elkaar regelmatig ontmoet, in Nederland en in Hamburg, waar hij na zijn pensionering als diplomaat neerstreek. Hij gaf in 2016 zijn naam aan dit blad, nam veelal hilarisch deel aan presentaties van papieren edities en leverde tientallen tekeningen voor Zuca-Magazine. 


Nu hij de negentig gepasseerd is lukt reizen helaas niet meer, maar wij zoeken hem minstens één keer per jaar op in Duitsland. Zoals ook afgelopen maand juni, waarvan hier enkele foto’s, en een paar fragmenten uit een interview in een recent verschenen Braziliaans boek dat hij ons liet zien.


Officieel heet hij Carlos Felipe Alves Saldanha, maar dat ziet hij zelf anders: ‘Ik geloof dat ik Zuca bén en Saldanha spéél.’ Architect moest hij worden van zijn strenge vader, maar ‘ik heb nooit, echt noooooit een bouwtekening gemaakt.’ Tekenen deed hij wel, en hij begon er ook bij te schrijven. Gedichtjes die vaak veel meer zijn dan dat: grote gedichten. Kijkt u maar in De hyena, niet de hond’, de bundel die in 2019 verschenen is bij Uitgeverij Koppernik.


Op zekere dag ontdekte hij de stencilmachine, die revolutionaire voorloper van het kopieerapparaat, en hij begon zijn werk als losse blaadjes of kleine geniete brochures te verspreiden. Begin jaren zeventig werd hij als ‘oude man’, hij was de veertig gepasseerd, opgenomen in de kring jonge honden die zich de marginalen noemden: dichters die hun eigen circuit hadden, los van de Braziliaanse bon-ton-poëzie. Samen met de vijf jaar jongere Chico Alvim, eveneens diplomaat en dichter, met wie hij hecht verbonden was en is. Na stencils en kopieën correspondeert hij nu met de wereld via e-mail, dat wondere bijvertrek van de werkkamer. Van daaruit stuurt hij zijn (vervolg)verhalen, veelal in dichtvorm, als moderne variant van de literatura de cordel naar vrienden, collega-dichters en medesurrealisten. 


Ja, surrealisten, want Zuca Sardan is bovenal surrealist: ‘Het surrealisme is sinds mijn studententijd voor mij de zoektocht naar een diepere realiteit, omdat ik vond dat er zoveel wonderlijk moois bestaat in het leven. We zien dat vaak niet, maar als je je laat leiden door je intuïtie kom je er vanzelf bij uit, en dan verandert de objectieve werkelijkheid totaal.’ Het is die werkelijkheid van de droom, de mijmering, het geloof in een geheime, onderhuidse realiteit vol humor, die hij zoekt en schitterend verbeeldt in zijn (spot)prenten en ‘schrijfsels’. Wat moet je immers zonder lach?

Be the first to comment

Leave a Reply

Your email address will not be published.


*


Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactie gegevens worden verwerkt.