Martin Franssen over Os Lusíadas van Luís Vaz de Camões

Portugals grootste dichter Luís Vaz de Camões werd op 23 januari 1524 geboren. Die datum lijkt sinds kort definitief vast te liggen en vorig jaar was het al Camões wat de klok sloeg in Portugal. Toch wordt er hier en daar nog getwijfeld: was het niet in 1525? Vandaar dat de festiviteiten doorlopen. Terecht. Aan deze dichter en avonturier kun je niet genoeg aandacht besteden, en hij behoeft daarvoor geen speciale aanleiding. Onze trouwe lezer Martin Franssen liet ons weten dat hij een omvangrijke collectie cd’s en dvd’s met zang en voordracht van het werk van Camões en zijn concurrent voor de hoogste tree van de dichterlijke eeuwigheid Fernando Pessoa heeft. Op ons verzoek schreef hij over de Renaissancedichter bij de klanken van Cristina Branco.


Als hoofdwerk van Camões kunnen we Os Lusíadas  (1572) beschouwen. Het is een uitgebreide lofzang op de ontdekkingsreizen/veroveringstochten van de Portugese zeevaarders. Met als hoofdpersoon Vasco da Gama, die de zeeroute naar India om de zuidelijke rand van Afrika heen uitstippelde.

Vanwege rokkenjagerij, dronkenschap en het verwonden van een koninklijke dienaar ‘mocht’ Camões een halve eeuw later als soldaat met het leger mee naar het Verre Oosten. Hij landde op het Chinese schiereiland Macau, waar hij een aantal jaren verbleef. Daar is ook het grootste deel van zijn Lusiaden geschreven. In 1570 kon hij eindelijk terugkeren naar Lissabon, waar in 1571 zijn manuscript door de inquisitie goedgekeurd werd.

Zijn hoop op rehabilitatie had hij gesteld op de nieuwe koning, Dom Sebastião. Daarom droeg hij zijn werk op aan hem, maar bij een strafexpeditie tegen de Moren, in 1578, leed de jonge koning een zware nederlaag in het Marokkaanse Alcácer Quibir. Hij vond ook zelf de dood en daarmee was voor Camões de kans op het verwerven van een betere positie verkeken. De berooide dichter werd getroffen door de pest en bracht zijn laatste dagen door in een armenhuis.

Onderstaand een fragment uit de Lusiaden: Het betreft canto IX, strofe 82 en 83, waarbij vooral die laatste in het oog springt. Op bijgaande YouTube is de vertolking te horen door de ook in Nederland bekende Cristina Branco.

Cristina Branco – Ninfas – Luís de Camões

Já não fugia a bela Ninfa, tanto
Por se dar cara ao triste que a seguia
Como por ter ouvido o doce canto
Às namoradas mágoas que dizia
Volvendo o rosto já sereno e santo
Toda banhada em riso e alegria
Cair se deixa aos pés do vencedor
Que todo se desfaz em puro amor

Oh! Que famintos beijos na floresta,
E que mimoso choro que soava!
Que afagos tão suaves, que ira honesta,
Que em risinhos alegres se tornava!
O que mais passam na manhã, e na sesta,
Que Vênus com prazeres inflamava,
Melhor é experimentá-lo que julgá-lo,
Mas julgue-o quem não pode experimentá-lo.

De schone nimf vluchtte al minder snel en
Wierp een blik op haar bedroefde jager,
Als om zijn weeklacht te kunnen horen
Waarin hij van zijn liefdesleed vertelde.
Zij wendde haar gelaat barmhartig om
En liet zich met een lach ter aarde vallen
Voor de voeten van de overwinnaar,
Die overliep van ongeveinsde liefde.

De hunkerende kussen in het woud!
Hoe innig was het teer geschrei dat klonk!
Hoe zacht de strelingen en hoe oprecht
Het preuts verzet dat vrolijk lachen werd!
Wat zij toen Venus’ lust ontstoken was
Die ochtend en die middag meer beleefden,
Laat zich beter genieten dan verbeelden –
Wie er niet bij was stelle het zich voor.


Martin Franssen is ‘een literatuurliefhebber. De kennismaking met de poëzie van Fernando Pessoa was voor mij een grote revelatie. Ik heb daarom de opmerking van August Willemsen dat het, alleen al om Pessoa in zijn oorspronkelijke taal te kunnen lezen, de moeite loont om Portugees te leren, ter harte genomen.’

Vertaling Arie Pos
Foto Ana Carvalho

Be the first to comment

Leave a Reply

Your email address will not be published.


*


Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactie gegevens worden verwerkt.