Andreia C. Faria (Porto 1984) is vooral bekend als dichter. Ze won dit jaar de prijs van literair festival Correntes d’Escritas in Póvoa de Varzim met haar vijfde bundel Canina (‘Honds’). Gedichten over ‘het menselijk tekort, wat daarin aan dierlijks en wellicht mythisch schuilt,’ zoals Pedro Mexia in de inleiding van deze uitgave van Tinta-da-China schrijft. In 2020 verscheen uiteenlopend proza van haar hand Clavicórdio, in 2024 gevolgd door Canto do Aumento (‘Lied van de toename’) .

Hoe gewiekst wellen in de huid
de rimpelingen, zwarte vlekken
als poelen in een verlaat veld
Hoe ritmisch verwondt het gebied –
de hoogte van de slaap
de vouw van het laken strak
en in je mond het vlijm van het stof
dat je ontvolkt
Hoe uitgerekend breekt je vel
hoe wijken onophoudelijk
de lijnen terug alsof liefde
onderbreekt
alsof ze een onbeschreven ramp
of schepping is
en als iets anders voortschrijdt –
van stromend water de aanwezigheid
van het bijten het beest
van de duizeling het vlees dat groeit
naar de dood.
*
Com que destreza crescem na pele
as arestas, nódoas negras
como lagos em tardia superfície
Com que cadência a paisagem fere –
a altitude do sono
a dobra do lençol intacta
e na boca a fina lâmina do pó
desabitando-te
Com que saber a pele se quebra
com que constância
as linhas recuam como se amar
interrompesse
como se fosse indistinto desastre
ou criação
e avançasse em metonímia –
da água corrente a presença
da mordedura o animal
da vertigem a carne que floresce
para a morte
Vertaling Harrie Lemmens
Foto Ana Carvalho
Leave a Reply