Maria do Rosário Pedreira – lijfelijkheid

‘Lijfelijkheid’ is dit jaar het thema van de Poëzieweek, van 30 januari tot en met 5 februari. Wat dan anders dan twee gedichten publiceren uit de bundel o meu corpo humano (‘mijn mensenlichaam’, een lichaam dat tevens menselijk is of kan zijn) van Maria do Rosário Pedreira, over wie u hier meer kunt lezen?


lippen

Haar gezicht stond strak van verdriet,
zonder een plooi. Haar tanden
waren haast nooit te zien (klein als
melktanden en even wit). Haar mond

altijd potdicht, altijd de angst in haar
zwijgen. Iemand vertelde dat ooit op

een dag een man – haar vader of haar
broer, dat weet ik niet meer – met geweld
haar lippen had geopend. De andere.

lábios
Trazia uma tristeza passada a ferro,
sem um vinco. Quase nunca se lhe
viam os dentes (pequenos como os
de leite, e tão brancos). Sempre a

boca fechada, sempre o medo cosido
no silêncio. Alguém contou que, um

dia, um homem qualquer – já não sei
se o pai ou o irmão – lhe abriu à força
os lábios. Os outros.


penis

Ze was al vergeten wat voor smaak het zaad
van een vreemde had. En nu ze tegen haar wil
weer tippelde in de rosse buurt, had ze er bijna
spijt van dat ze haar walging en lichte zeden
zo snel had weggestopt in de krullen van

een jongetje dat altijd alleen van haar zou
zijn. En het geld dat ze haar na afloop
klein opgevouwen gehaast overhandigden
leek haar even slijmerig als glibberig beduimeld –
zo anders dan het brandschone bankpasje

waarmee de dames jurken hadden betaald
aan de kassa in de winkel die ze, dichtgespijkerd
nu, zo zielig vond. O, als de jongen toch eens wist

dat ze nog steeds aan hem en zijn spelletjes
dacht, wanneer ze op haar hurken voor een
vreemde haar mond opende en haar ogen sloot.

pénis
Já se esquecera a que sabia o sémen
de um estranho. E agora, que voltava
sem querer às ruas vermelhas, quase se
arrependia de ter apagado tão depressa
o nojo e a indecência nos caracóis de

um menino que haveria de ser sempre
só dela. E como lhe parecia igualmente
viscoso e escorregadio o dinheiro que no
fim lhe entregavam dobrado e à pressa –
tão diferente do cartão limpinho com que

as senhoras lhe tinham pago vestidos ao
balcão, na loja que agora dava pena, assim
entaipada. Ai, se o menino soubesse que

era ainda nele e nas suas brincadeiras que
pensava quando agachada ali, diante de um
estranho, abria a boca e fechava os olhos. 

Vertaling Harrie Lemmens
Foto Ana Carvalho

Be the first to comment

Leave a Reply

Your email address will not be published.


*


Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactie gegevens worden verwerkt.