In de eerste helft van dit jaar verscheen een recordaantal vertalingen van Portugeestalige boeken. Een daarvan was De brul van de jaguar van de Braziliaanse schrijfster en historica Micheliny Verunschk, vertaald door Anne Lopes Michielsen. Een boek dat in 2022 een belangrijke Braziliaanse literaire prijs won, de Prémio Jabuti.
In 1817 reisden twee Duitse wetenschappers, Johann Baptist Spix en Carl Friedrich Philipp von Martius, naar Brazilië om de flora en fauna van het nog onontdekte binnenland in kaart te brengen. Na drie jaar keerden ze terug naar Europa met niet alleen heel veel planten en dieren in hun bagage, maar ook een aantal inheemse kinderen, van wie er slechts twee de barre tocht over zee overleefden: Iñe-e en Juri, beiden vernoemd naar hun volkeren, de Miranha en de Yuri.
Deze historische feiten vormen het uitgangspunt van de roman die Micheliny Verunschk schreef om deze kinderen een stem te geven en het onrecht dat hun is aangedaan aan de kaak te stellen. Het verhaal wordt verteld vanuit verschillende perspectieven: van Iñe-e, van de Duitse natuurwetenschappers en van Josefa, een hedendaagse Braziliaanse vrouw. Daarnaast krijgen ook de rivier de Isar en de jaguar die zich over Iñe-e’s ziel ontfermt een stem. Zo is een bijzondere historische roman ontstaan waarin feit en fictie door elkaar lopen, thema’s als kolonialisme en onderdrukking van de inheemse bevolking worden aangekaart, en oude rituelen en mythische aspecten een plaats hebben gekregen. Hieronder twee korte fragmenten.

“Het waren dagen en dagen over land en zee. En de tijd die ze op zee doorbrachten, was gevuld met angst, honger, ziekte. De zee was, al wisten ze het niet, net een grote verzameling rivieren en haar enorme mond, haar gebrul, zelfs als het windstil was, haar ademhaling als een geruisloos en wild beest onder hun voeten, joeg hun de stuipen op het lijf. Ze huiverden. Zoveel water, nee, zoiets hadden ze nog nooit gezien, een gruwelijke geest met haar zoute kwijl, haar gebries, maar jaguar, dat niet. Soms veranderde zelfs de lucht in water. Het water onder hun voeten kronkelde als een onzinnige boa; het water boven hun hoofd spoot nauwkeurig om te verwonden, als een knuppel of pijl in duizelingwekkende vlucht. Soms water in gepolijste kristallen langs hun lichamen, ijskoud, iets wat snijdt en doodt.”
(blz. 11)
“Niet naar de lucht kijken, zei ze tegen zichzelf toen ze aankwam in München en ze laat haar hoofd hangen, verstopt zich voor de nieuwsgierige ogen van de witte mensen. Ze is bang voor hen. Haar hart bonst schrikachtig, als een hart op jacht in de bossen, een pad van bladeren en lianen en wortels, stroomversnellingen, doornen gaan open en dicht, krakende takken, speren en, daarbinnen, zo warm en vochtig, tot opeens de kou, de handen van de jagers kwamen en haar opsloten.
Niet naar de lucht kijken, Iñe-e! En zo blijft ze, haar mond halfopen, ogen op de grond gericht, de pijn drukt op elke vezel, haar hele lichaam een en al pijn en spijt dat ze die doodongelukkige grond moet betreden, een grond die harder lijkt dan welke andere ook.
Achteloos tegenover de gevoelens van het meisje en overmand door vermoeidheid zo laat op de avond, lijkt het Spix en Martius verstandiger om voorlopig in een herberg te verblijven. In het centrum van de stad, op de Weinstraße, verblijven ze in het Gasthaus Goldener Hahn, waar al snel nieuwsgierige mensen naartoe komen om een glimp op te vangen van de twee exoten die de wetenschappers hebben meegenomen.
Zoiets hielden we in geen jaren voor mogelijk. Zouden het schepselen van God zijn? vraagt de waardin.
We tonen hen uit beleefdheid, Martius. Het voelt verkeerd als we entree vragen om ze tentoon te stellen.
Wij zijn mannen van de wetenschap.”
(blz. 55-56)

De brul van de jaguar (O som do rugido da onça)
Micheliny Verunschk
Vertaald door Anne Lopes Michielsen
Uitgeverij Marmer, 2024
178 blz.
ISBN 978 94 6068 702 0
Tekst Marilyn Suy
Foto Ana Carvalho
Leave a Reply