Stênio Gardel – De woorden die bleven

Stênio Gardel werd in 1980 geboren op het platteland in het noordoosten van Brazilië. A palavra que resta (2021) is zijn eerste roman. In 2023 won de Engelse vertaling van dit boek, van de hand van Bruna Dantas Lobato, de National Book Award for Translated Literature. De Nederlandse editie De woorden die bleven, vertaald door Joris Kleverlaan, verscheen in 2024 bij uitgeverij Spectrum. De roman vertelt de moeilijke zoektocht van de hoofdpersoon, Raimundo, naar zelfacceptatie in een wereld die hem niet accepteert.

Raimundo groeit op in een klein stadje in het dorre en verarmde binnenland van het Braziliaanse noordoosten, een regio waar de cultuur en sociale verhoudingen sterk worden bepaald door traditionele patriarchale waarden en machismo. Hij wordt verliefd op Cícero, maar de families van Raimundo en Cícero accepteren de liefde tussen de twee jonge mannen niet en reageren met geweld. Daarop vlucht de analfabete Raimundo naar de stad, waar hij erin slaagt een leven op te bouwen.

Hij bewaart echter al meer dan vijftig jaar een brief van zijn jeugdliefde Cícero, die door zijn hoofd blijft spoken. Nu hij eenenzeventig is, wil hij eindelijk de brief weleens lezen en volgt hij een alfabetiseringscursus voor volwassenen. Zo vervult hij een levenslange droom en komt hij er eindelijk achter wat Cícero hem jaren geleden heeft geschreven. Hieronder een paar korte fragmenten.


“Een hele brief. Het ene woord na het andere, hoeveel waren het er? Een brief sturen naar iemand die niet lezen kan. De punt van het potlood stokte even boven het lijntje. De eigenaar van de volgende naam schreef de brief eenenvijftig jaar eerder. Naast het schrift lag de verfrommelde envelop, dicht als altijd. Raimundo had hem nooit iemand laten lezen en werd ouder met de groeiende wens te weten wat de brief hem vertellen zou. Een oudere foetus, laatbloeier. De brief wachtte al een leven lang.”

“Ze zagen elkaar bijna elke dag. Het risico was enorm. Altijd in de bosjes. In de bosjes schuilden ze voor anderen en lieten zich aan elkaar zien. Man met man, en ze begrepen elkaar prima, mochten elkaar. Het had een fijne smaak, maar liet ook iets zeuren in het achterhoofd.”

“Het kruis staat er niet meer, op de plek waar we elkaar de laatste keer zagen, je keek naar me over je schouder, het was twaalf uur ‘s middags, net als nu, en net als die dag dat ik hier was nadat ik met moeder had gepraat, en zij had gezegd dat ik mijn spullen moest pakken, die buiten en binnen mijzelf, en moest vertrekken, omdat haar huis er niet was voor mensen als mijn oom en mij, en dat vader had gezegd dat er maar één lotsbestemming mogelijk was, ik kon slechts de sombere herinnering aan een kruis zijn, ook al was dat ook het kruis van anderen, zoals Manuel en Pedro, maar ze zei dat het mijn handen waren, en die van Cícero, tezamen, die dat sombere kruis in ons huis hadden geplant, wat ook mijn huis niet meer was, maar van haar en van vader, van hen beiden, in het leven van mijn moeder en vader, net zoals mijn oom verdriet en angst had geplant in het hart van vader.”


De woorden die bleven (A palavra que resta)
Stênio Gardel
Vertaald door Joris Kleverlaan
Uitgeverij Spectrum, 2024
160 blz.
ISBN 9789000395316

 

 

Tekst Hannah Soenens
Foto Ana Carvalho

 

Be the first to comment

Leave a Reply

Your email address will not be published.


*


Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactie gegevens worden verwerkt.