Ilhas perdidas no meio do mar werden ze genoemd door de dichter Jorge Barbosa. Twee groepjes vulkanische eilanden in de Atlantische Oceaan, ter hoogte van Senegal. Kaapverdië, de laatste tijd in trek als vakantiebestemming voor West-Europese toeristen. No Stress is het nationale motto en ‘relaxed’ was ook de kindertijd van schrijver en rechter Germano Almeida (1945), geboren en getogen op Boa Vista. Tot 1975 maakten de Kaapverdische Eilanden deel uit van Portugal en hoewel het creools sinds de onafhankelijkheid een belangrijke plaats inneemt, is het Portugees nog steeds de officiële taal. De verschillen tussen het crioulo op de eilanden zijn zo groot, dat het erg moeilijk is om tot één standaardtaal te komen. Dat het relatieve isolement van die vergeten eilanden ook van invloed was op het wereldbeeld van de (jonge) bewoners, blijkt uit onderstaand fragment, afkomstig uit de verhalenbundel Estórias Contadas (1998), waarin Germano Almeida terugkeert naar zijn kinderjaren.

Toen ik klein was, speelden we vaak in de buurt van een verlaten grafsteen, op ongeveer twee kilometer van het dorp Sal Rei op het eiland Boa Vista, die we het graf van ‘Maria de Patingole’ noemden. We konden al best goed Portugees lezen, maar het graf van ‘Maria de Patingole’ bleef voor ons een onoplosbaar, fascinerend mysterie omdat er een heleboel woorden op die mooie marmeren steen stonden waar we niets van begrepen, ook al kenden we de letters waarmee ze waren geschreven. Het enige wat we eruit opmaakten was dat het om ene Julia Maria Louisa ging, en dat er iets was met het jaar 1825 en de datum 21 november 1845, helemaal onderaan op de steen.
Behalve haar ‘graf’ was er weinig meer over van ‘Maria de Patingole’, van wie vaag bekend was dat ze de dochter was van een Engelsman die op Boa Vista had gewoond en dat ze een slachtoffer was van de cholera-epidemie van 1845. Verteerd door verdriet had haar vader het eiland verlaten om er nooit meer terug te keren. Het verhaal gaat dat hij krankzinnig is geworden en ergens ver weg, op het Afrikaanse continent, is gestorven.
In die tijd was onze wereld zo groot als het eiland Boa Vista. Uit onze aardrijkskundeboeken van school hadden we natuurlijk wel meegekregen dat er nog andere landen waren, waarvan we de namen uit het hoofd moesten leren en vervolgens moesten opdreunen voor de juf, wat ons voor elk vergeten gebergte of elke ontbrekende rivier een pets met een liniaal of een draai om de oren opleverde. Maar die landen waren voor ons niet veel meer dan een gekleurde vlek op een stuk papier met horizontale en verticale lijnen dat aan de muur van het klaslokaal hing en waarop de juf met haar stok soms snel wat aanwees. Die vlekken stelden niet veel voor in vergelijking met dat reusachtige eiland van ons, dat zo groot was dat je er te voet of zelfs op de rug van een ezel een hele dag over deed om van het ene dorp naar het andere te gaan.
‘Maria de Patingole’ klonk al net zo mysterieus als die wonderlijke namen van Portugese gebergten. “Castiliaans Scheidingsgebergte: Malcata, Estrela, Lousã, Sicó, Aire, Candeeiros, Montejunto en Sintra, tussen het stroomgebied van de Mondego, de Zêzere en de Taag”. Het enige verschil was dat Maria meer tot de verbeelding sprak, omdat we wisten dat ze daar eenzaam en verlaten onder dat stuk marmer lag, dat langzaam maar zeker werd opgevreten door de algen.
Het was Padre Higgino di Roma die ons op weg hielp met de ontcijfering van die geheimzinnige hiërogliefen toen ik hem op een middag meenam naar ‘Maria de Patingole’. Hij zag meteen dat het Engels was, de taal op die steen, en liet me de complete inscriptie overschrijven op een vel papier. Thuis zette ik me met behulp van een geleend woordenboek Engels-Portugees aan de vertaling ervan. Dat was nog een hele klus: “Hier liggen de stoffelijke resten (the remains) begraven van Julia Maria Louisa, teer (of misschien beter ‘zeer’) beminde (beloved) dochter van Charles Pettingal, arbitrator (dat kon je vertalen met bemiddelaar of rechter) van Hare Majesteit de Koningin van Groot-Brittannië bij het Mixed Commission Court … (court kon zowel de rechtbank zijn als de koninklijke hofhouding, maar ook een gewone binnenplaats of tuin), geboren in januari 1825 en overleden op 21 november 1845”.
Hoewel we nu een verklaring hadden voor de naam ‘Maria de Patingole’, wisten we nog niet waarom een meisje, dat vast heel mooi moet zijn geweest omdat ze zo’n melodieuze taal sprak, op haar twintigste was overleden en nog veel minder waar die prachtige steen vandaan kwam met die sierlijk uitgesneden letters, woorden en bloemen.
Maar wat we wél wisten, was dat de wereld niet ophield bij Boa Vista. ‘Maria de Patingole’ bewees immers dat er meer was achter de horizon. Toch twijfelden we er niet aan dat we het middelpunt waren van die wereld, waar iedereen kwam aanmeren en zijn laatste adem kwam uitblazen, niet alleen Engelsen van Hare Majesteit de Koningin, maar ook joden uit Rabat, zoals Isaak Ben’Oliel en zijn nakomelingen, die begraven lagen op het kleine kerkhof dat zich op 500 meter van het graf van Maria bevond.
Vertaling Marilyn Suy
Foto Ana Carvalho
Dit fragment verscheen eerder in Zuca-Magazine, nl. in maart 2017.
Leave a Reply