Door Maartje de Kort
In juni verscheen bij Atlas Contact Omstanders, de vertaling van Os Coadjuvantes uit 2022 van de Braziliaanse schrijfster/journaliste Clara Drummond.
Clara Drummond werd in 1986 geboren in Rio de Janeiro en dit is het eerste boek dat van haar in het Nederlands is vertaald.
In Omstanders laat Clara Drummond zien dat de zo gemengde bevolking van Rio de Janeiro beslist geen homogeen mengsel is maar meer wegheeft van een emulsie, waarbij een emulgator vrijwel volledig ontbreekt.
Setting van Omstanders is de hedendaagse kunst-scene in Rio de Janeiro, een wereld die de schrijfster van binnenuit kent. In het boek zien we een feestende en netwerkende elite van galeriehouders, kunstkenners en kunstverzamelaars (en, vooruit, ook een enkele kunstenaar), die elkaar – en daarmee vooral zichzelf – helpen hun bevoorrechte positie in stand te houden.
Hoofdpersoon Vivian portretteert sleutelfiguren uit haar omgeving en komt zo tot een pijnlijk persoonlijke analyse van zichzelf en van de oppervlakkigheid van haar wereld. Subtiele prikkel hierbij is haar geweten, dat steeds meer opspeelt na haar ontdekking dat iemand uit een totaal andere, parallelle wereld – die van de straatverkopers – geen wezenlijk ander schepsel is dan zij maar kennelijk wel vogelvrij, rechteloos. Deze angel in haar bestaan geeft een extra dimensie aan haar bitter-komische tekening van door seks en drugs en status gedreven millennials. Hierna volgt een fragment (blz. 14-17) uit het boek.

Rodrigo was als laatste geprogrammeerd, pas ver na middernacht, zodat we om een uur of twee op weg gingen. Het was een gratis feest, niet in een spelonk met laserlicht, stroboscopen en projecties, maar op een plein bij het Centro Cultural Banco do Brasil. Dat plein was meer een openbare binnenplaats, waar nu bij de enige ingang dranghekken waren gezet. Twee beveiligers controleerden de toeloop, deelden polsbandjes uit en bewaakten de orde. Het feest trok een nogal specifiek publiek: kapitaalkrachtig, gay, overwegend wit, van het soort dat er liberaal-progressieve, in economisch opzicht niet per se linkse ideeën op na houdt en niets heeft met traditionele statussymbolen. Zoals altijd waren er straatverkopers, die de mensen in de rij voorzagen van drank.
Tot mijn verrassing was Darlene er, de verkoopster uit mijn straat, en ze verkocht nu geen bier maar caipirinha. De Heineken was te krijgen bij een narrige oude baas naast haar. Ik stak lachend een hand op en riep: Hallo! João Silva verliet de rij om haar te knuffelen, een kus op de wang te geven, naar haar zoon te vragen. Dat soort dingen kan hij zonder schijnheilig over te komen, maar ik niet. Daarom doe ik afstandelijk, houd ik de band liever zakelijk, klant en verkoper, uit angst de plank mis te slaan. Voor mijn gevoel stond ze trouwens de hele week voor mijn huis met haar handeltje, ik had er geen idee van dat ze op zaterdag ergens anders was, iemand anders was. Laat staan dat ik iets wist over haar privé-leven. De rij schoof een paar meter op maar stond toen weer stil, zodat wij met zijn allen recht voor haar draagbare caipirinhastalletje kwamen te staan. Ik dacht al dat je hier zou kunnen zijn, zei João Silva. Maar hij woonde in São Paulo, hoe kon hij weten waar Darlene beroepshalve uithing? Alleen van de keren dat hij op avondjes bij mij naar beneden ging om bier te kopen? Het duurde idioot lang om binnen te komen. We stonden veertig minuten op dezelfde plek stil. Wat niet erg was, we vermaakten ons wel, kletsend met Darlene. Ze wist details van gebeurtenissen lang geleden, vroeg hoe bepaalde dingen waren afgelopen. Ze was slim, snel, grappig, goed geïnformeerd, ontwikkeld zelfs, ze sprak onze taal, was niet evangelisch, stemde PSOL.
Het was zo’n plezierig gesprek dat we niet merkten dat de Guarda Municipal er ineens was. Wat eigenlijk voor niemand reden tot zorg was, meestal deed die niets, al gebeurden er door de politieke situatie in het land de laatste tijd wel vreemde dingen. De arrestantenbus die naast ons opdoemde, was ongeveer even intimiderend als een peloton ordetroepen. Vijf kleerkasten posteerden zich voor de rij, vijandig, met abnormaal grote knuppels. Ze begonnen bij de narrige grijsaard, namen al zijn bier in beslag, laadden dat achter in hun auto. Hé, dat is diefstal! riep Marina Falcão, wat de rest van de rij beaamde met zo’n boegeroep dat Italo Disco erdoor werd overstemd. De agenten lieten zich er niet door weerhouden, integendeel, ze gingen extra agressief op Darlene af. Haar cocktailmateriaal werd vernield, haar flessen cachaça gingen tegen de grond. Darlene schreeuwde. Ze probeerde zich los te wurmen uit de greep van de agent die haar arm in de klem had en moest dat bekopen met een klap met zijn knuppel. Alex, met zijn oorbellen, gelakte nagels en paarse oogschaduw, probeerde in te grijpen, ging tussen hen in staan en kreeg ook klappen, op zijn been, op zijn arm en, toen hij weer naar ons toe kwam lopen, op zijn rug. Hij was niet de enige bezoeker die duidelijk liet merken wat hij ervan vond, maar hij was wel de enige die klappen kreeg. In het tumult viel er ineens een traangasbom tussen de mensen in de rij, op een meter van de politie.
De bewaking liet iedereen haastig naar binnen. Alleen de verkopers bleven buiten. En de politie, die misschien uit zelfbescherming toch terugdeinsde voor zo’n incrowdparty. Het kwam bij niemand van ons op dat de straatverkopers als bezoekers mee naar binnen zouden kunnen. Het feest was gratis en er was op zich dus geen reden om hen te weigeren, ook al omdat ze op dat moment hun handel toch al kwijt waren. Maar er was de stilzwijgende overeenstemming, wederzijds, unaniem, dat zij daar niet thuishoorden, en dat was het dan.

Omstanders (Os Coadjuvantes)
Clara Drummond
Vertaald door Maartje de Kort
Atlas Contact, 2023
144 blz.
ISBN 9789025474140
Foto Ana Carvalho
Leave a Reply