Zon & Zeer – De wereld een dorp, het dorp de wereld

Door Harrie Lemmens


Het blijft een interessant medium, Facebook, niet zozeer om wat er allemaal gezegd wordt door de rapporteurs, als wel om wat hun berichten zeggen over hen. Zo zag ik laatst een post van José Luís Peixoto voorbijkomen waarin hij, net teruggekeerd in zijn dorp in Alentejo na een lange afwezigheid om zijn boeken te promoten, blij en gelukkig verzucht, ik zeg het maar een beetje zoals mijn moeder zaliger het zou uitdrukken: ‘Hè hè, weer thuis!’

José Luís Peixoto is een van de meest vertaalde hedendaagse Portugese schrijvers en hij verstaat als geen ander de kunst om zijn werk ‘uit te dragen’, dat wil zeggen, overal waar hij wordt uitgegeven zijn nieuwe lezers te bezoeken, altijd even vriendelijk, innemend en bereid tot lange signeersessies.

Hij trekt van China naar Chili en van Korea naar Canada, de wereld lijkt zijn broekzak, maar toch die verzuchting in Alentejo: ‘Hè hè, weer thuis!’ Die Alentejo, dat thuis met zijn familie, waarvan hij zo’n groot deel van het jaar gescheiden is, is in wezen ook zijn verhaalstof en de pijler van zijn wereldwijde succes. Hij beschrijft zijn kinderjaren, roept de loomheid van een zondagse straat op, zoals hier, tekent de sfeer, de ruzies, de wrok en de saamhorigheid, kortom, de menselijke verhoudingen in goede en slechte zin. En allemaal in een dorp in Alentejo in Portugal. Kan het beperkter? 

Nee. En toch is het duizendmaal ruimer dan het lijkt. Om twee redenen. Peixoto is een groot stilist een een meester in de opbouw van een roman, verhaal, column of gedicht. Dat is één, een absolute voorwaarde. Twee is juist dat lokale. ‘De familie’ is de schakel tussen Galveias, zijn dorp, en pakweg Seoul. Wat hij uit en over Galveias vertelt is herkenbaar, ook al ligt het ver weg van de Koreaanse hoofdstad. Dat zijn dorp de wereld is, maakt de wereld tot een dorp. En José Luís Peixoto loopt erin rond als de schaapsherder uit zijn kinderjaren.

In Nederland zijn, naast een reisverslag uit Noord-Korea, Achter gesloten grenzen (vertaald door Hans van de Wetering), helaas maar twee romans van hem verschenen, De blik en Het pianokerkhof, beide vertaald door Piet Janssen. Jammer, want hij heeft zoveel meer te bieden. Uit het eerste boek dit korte fragment, dat u uitgebreider hier kunt terugvinden.

Rechts van de oude Gabriel zaten de broers, met parallelle blikken gevestigd op vage, duistere punten in de ruimte. Hun blikken waren gelijk, maar zagen niet hetzelfde. Ze waren dezelfde blik die twee dingen zag. In de maanden dat het pershuis stillag, waren het de broers die erop pasten. Altijd samen – de een altijd aan de zijde van de ander – werden ze tegelijk oud; ze hadden dezelfde kromme rug, dezelfde enigszins lichte tred en, zonder dat ze dat wisten, exact hetzelfde aantal witte haren op hun hoofd. Er waren al veel meer dan zeventig jaren verstreken sinds die ochtend hartje augustus waarop ze tegelijk het levenslicht hadden aanschouwd en bij hun doortocht hun moeder van binnen hadden opengescheurd.

Doem-me a cabeça e o universo.
Mijn hoofd en de wereld doen zeer.
Fernando Pessoa 

Um novo sol já vai raiar.
Een nieuwe zon zal stralen.
Vinicius de Moraes

Foto Ana Carvalho

Be the first to comment

Leave a Reply

Your email address will not be published.


*


Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactiegegevens worden verwerkt.