Vooraf, door vertaler Jos van den Hoogen.
Zoals in veel landen besteedden ook in Portugal schrijvers aandacht aan de pandemie. In 2020 ontstond zo het omvangrijke project Bode Inspiratório, geïnitieerd door Ana Margarida de Carvalho, waarin 46 Portugese schrijvers gedurende 46 dagen elk een vervolghoofdstuk schreven van een feuilleton, voortbordurend op het hoofdstuk van hun voorganger. Het geheel geeft, ook al door de grote stijlverschillen en verhaalsprongen een beklemmend beeld van een periode van onzekerheid, angst en sociaal isolement. De hoofdstukken zijn vertaald naar het Engels, Catalaans, Frans, Duits, Italiaans en ook het Nederlands, door Jos van den Hoogen. In de komende weken volgen hier de eerste vier hoofdstukken van Wonderbok, zoals de Nederlandse titel luidt. Het hele boek is inmiddels verschenen in het Portugees en het Engels.

Hoofdstuk 1 – Hel en verdoemenis
Door Mário de Carvalho
‘Noem me Ricardo, of voor mijn part professor, maar niet Rick! Alsjeblieft, zeg!’
Nadat hij de papieren op tafel had gelegd, keek de professor Teresa recht in de ogen, een moment van rust dat sterk contrasteerde met zijn snelle, resolute gedrag in de hectiek van de afgelopen dagen.
Het meisje neeg het hoofd en mompelde wat verlegen excuses. De professor verdiepte zich weer in zijn werk en de drukte ging door. Teresa was nieuw in het team. Ze wist nog niet dat er met deze baas niet viel te spotten. Er waren zo´n honderd, honderdvijftig wetenschappers aan het werk in die kleine ruimte. Ze hadden de ongelijke vloer van de grot verhoogd met houten steunbalken en een platform geconstrueerd voor de werkvertrekken die werden afgebakend door glasplaten of door de kolossale machines met hum indrukwekkende afmetingen. Helemaal aan het eind, achteraan in de grot, waar die toegang gaf tot andere verborgen openingen en ruimtes, was het kantoor van de professor ingericht, even simpel als de andere, met daarnaast een kleine vergaderruimte met een lange tafel en een elektronisch wandbord.
De hele ruimte krioelde van de mensen, in witte jassen, met papieren en tablets in de hand, die de gangen op en af liepen, zich concentreerden op talloze computerschermen en snel en ijverig gegevens met elkaar vergeleken.
Lúcia, driftig typend op haar toetsenbord, kon het niet nalaten persoonlijk commentaar te geven:
‘Al bijna drie jaar samen en het is net of die vent me niet herkent als hij me ziet!’
Haar collega was op de hoogte van de geschiedenis en wist hoezeer zij zich gekrenkt voelde.
‘Ach, weet je. Het is de noodsituatie. Daarna wordt alles weer normaal.’ Lege woorden? Spontane solidariteit? Hoe het ook zij, er was geen gelegenheid om er dieper op in te gaan.
De jonge Teresa probeerde haar tranen te verbergen terwijl ze door de gang liep. In de werkkamer naast de ingang probeerden de collega´s van het jongste team haar te troosten
‘Zo is de professor nu eenmaal. Het is niet persoonlijk. Sinds Cacilda hem in de steek heeft gelaten, is het alleen maar erger geworden.’
‘Hoezo?’
‘Ze hebben een scene geschopt, op de faculteit, hel en verdoemenis… Er is geen stoel heel gebleven. O kijk, als je over de duivel spreekt …’
Professor Cacilda kwam langzaam de gang op in haar zilverkleurige motorpak, met haar motorhelm en enkele tassen in haar armen. Achter haar sjouwde een arme duivel, duidelijk verwonderd dat hij zich daar bevond, met een grote doos, Cacilda gooide in het voorbijgaan haar helm en een paar tassen in haar werkkamer en zei tegen de man dat hij moest doorlopen, tot aan het eind van de gang.
‘Moeten we helpen?’ vroegen ze.
‘Dank je wel,’ antwoordde zij beleefd. ‘Het gaat wel.’
Iedereen hoopte dat de ontmoeting tussen Cacilda en professor Ricardo zou leiden tot een knallende ruzie, die de monotonie van hun werk zou kunnen doorbreken. Maar nee. De professor stond op, ontving haar hoffelijk, hielp de man het pakket op de tafel te zetten en zei slechts met een zachte, onverschillige stem: ‘Dank u, professor. Blijft u even, alstublieft.’
Meteen riep hij de teamleiders bijeen in zijn vergaderruimte.
‘Willen jullie weten wat de mogelijkheden zijn van dit apparaat?’ begon hij, wijzend naar het pakket op de tafel.
Foto Ana Carvalho
Leave a Reply