Ook Fernando Pessoa werd gefascineerd door de Faust-mythe, de man die naar alles streefde en niets overhield. Hij werkte er zijn hele leven aan. In ons papieren nummer ‘Fernando Pessoa – Menig een’ hebben we zes gedichten uit de cyclus opgenomen, waarvan er eerder ook hier twee digitaal te lezen waren. Vandaag nummer 7.

Eerst zocht ik het denken,
daarna wou ik de onsterfelijkheid …
Maar beide gaven mij slechts
de kille schaduw van hun zwarte vorm
in de eeuwige nacht, ver buiten mijn bereik …
Daarna zocht ik de liefde en het leven
om te zien of ik daarin de pijn van het denken
en het vaste besef van de zekerheid
van de dood kon vergeten. Maar liefde
is voor wie een ongeschonden ziel bezit
en er was geen liefde weggelegd voor mij.
Daarna wilde ik mijn kille wezen van me
wegslingeren in de blinde drift waarin ik
mijn besef van het leven zou verdrinken …
Maar het deel van mijn verdoemde ziel dat
van mij een beschouwer van mezelf,
de wereld en wat dan ook had gemaakt,
verbood mij iets anders dan klinisch kil
van buitenaf naar de stappen van mezelf
en de anderen te kijken, met steeds
in mijn diepste wezen hetzelfde afgrijzen …
O, maar ik heb de pijn in mezelf afgemat …
En nu heb ik slaap om wie ik ben …
Slapen, slapen in mijn ziel, als
een God die wegdommelt en wiens
slaap een rust van eeuwige duur
en eindeloos blij opgaan
in weldadige afwezigheid is.

Eu procurei primeiro o pensamento,
Eu quis, depois, a imortalidade…
Um como o outro só deram ao meu ser
A sombra fria dos seus vultos negros
Na noite eterna longe dos meus braços…
Eu procurei depois o amor e a vida
P’ra ver se ali esqueceria a dor
Do pensamento e da ciência firme
Da certeza da morte. Mas o amor
É para quem guardou a alma inteira,
E não podia haver amor pr’a mim.
Depois na acção cega e violenta, onde eu
Afogasse de vez toda a consciência
Da vida, quis lançar meu frio ser…
Mas aquilo da alma condenada
Que me fizera em tudo um espectador,
De mim, do mundo, do que quer que fosse,
Proibiu-me outra cousa que assistir
Aos […] dos outros e aos meus
Friamente de fora, sempre tendo
No fundo do meu ser o mesmo horror…
Ah, mas cansei a dor dentro de mim…
E hoje tenho sono do meu ser…
Dormir, dormir, de dentro d’alma, como
Um Deus que adormecesse e cujo sono
Fora um repouso de tamanho eterno
E feliz absorção em infinito
De inconsciência boa.
Vertaling Harrie Lemmens
Foto Ana Carvalho
Leave a Reply