Door Harrie Lemmens

Kun je een soldaat individueel verantwoordelijk stellen voor de wreedheden, gruweldaden en moorden die hij heeft begaan in de volstrekt wetteloze situatie die een oorlog is? De vraag drong zich aan me op bij het zien van de film Lamentations of Judas uit 2020 van de Nederlandse regisseur Boris Gerrets, zijn laatste: kort na het uitkomen van de film overleed hij.
De film gaat over een bataljon Angolese soldaten in dienst van het Zuid-Afrikaanse leger dat eerst in de jaren ’70 en ’80 werd ingezet in de Angolese burgeroorlog en aansluitend tegen de opstanden in de townships. Na afloop werden de veteranen ondergebracht in een dorp in het niemandsland tussen Angola, Zuid-Afrika en het inmiddels onafhankelijk geworden Namibië. Aan de kant geschoven omdat ze een vervelende smet waren geworden. Afgedankt en meedogenloos overgelaten aan hun trauma’s. Och wat, zal menigeen verzuchten, het waren toch vuile schoften, verraders van hun zwarte broeders!
Is dat echt zo?
In de film spelen de ex-soldaten van het 32ste bataljon het lijdensverhaal van Christus na, met het verraad van Judas, die een belangrijke rol krijgt toebedeeld als verteller, de enige apostel die een eigen stem heeft en een aparte positie inneemt – meer begeleider dan deel van het gezelschap. Een man die door wroeging wordt gekweld. De scènes van dat passiespel worden afgewisseld met interviews met, of zeg maar verhoren van de diverse soldaten, die één ding met elkaar gemeen hebben: ze werden voor de onafhankelijkheid als puber geschaakt door de twee bevrijdingsbewegingen UNITA en FNLA. Kindsoldaten dus. Gedrild tot geoliede machines zonder eigen wil.
Nu, zoveel jaren later, weten ze zich geen raad met dat verleden. Je ziet aan de gezichten dat de oorlog in hun hoofd nooit geëindigd is, een oorlog die zich niet meer tegen een vreemde richt, maar tegen henzelf. Ze zijn hun eigen lijdensverhaal geworden en ik kreeg een steeds wrangere smaak in de mond door de tendens van de film, die zo nobel lijkt te willen bevrijden door confrontatie.
Lijkt, want uiteindelijk, zo luidt toch de (onderliggende) boodschap, hebben ze zich schuldig gemaakt aan opstand tegen de ‘legitieme regering’, terwijl die het product was van de machtsgreep van de marxistische bevrijdingsbeweging MPLA, die zonder overleg met de andere betrokken bevrijdingsbewegingen op 11 november 1975 de onafhankelijkheid had uitgeroepen.
Verder hebben ze zich schuldig gemaakt aan het doden van hun ‘zwarte broeders’, zoals de interviewer het stelt, meteen gevolgd door de vraag of ze daar geen extra spijt van hebben. Merkwaardig toch hoe de inwoners van het gigantische werelddeel Afrika steeds weer over die ene kam van dezelfde huidkleur worden geschoren. Zwarte broeders? Heeft iemand ooit een soortgelijke vraag over blanke broeders in Europa gesteld, ik bedoel, behalve dromerige dwepers met een alle-Menschen-werden-Brüder-ideaal voor de starende blik naar een hemelse horizon?
Die soldaten zijn mensen. Mensen die als kind werden mishandeld door hen aan te zetten tot blinde mishandeling van andere soldaten, die eveneens in blinde gehoorzaamheid handelden en mishandelden. Mensen die gebruikt, of liever misbruikt en vervolgens verstoten werden, weggeworpen als vervelende restjes van een verfoeilijk verleden. Met de spitse punt van giftige vragen in die geteisterde breinen prikken om ze vervolgens opnieuw aan hun lot over te laten is ronduit misdadig. En het feit dat zo’n film de hemel in wordt geprezen is helaas veelzeggend.
In De ontraadselaar – detectiveverhalen gaat Fernando Pessoa (1888-1935) uitvoerig in op de geestelijke gesteldheid van ‘de’ misdadiger, en hij komt in zijn betoog ook uit bij de soldaat, iemand die moorden pleegt omdat hij het moet. Uit dat boek dit citaat:
Waarom doodt een soldaat? Omdat hij van buitenaf een impuls krijgt die elke normale notie van ontzag voor het leven en de wet volledig wegvaagt; die impuls kan het vaderland zijn, of plichtsbesef, of gewoon omdat je dat nu eenmaal doet, maar het is net als de drank, die van iemand een gek maakt, iets van buitenaf. Oorlog is een staat van collectieve waanzin, maar wat zijn uitwerking op het individu betreft verschilt hij van dronkenschap: de drank maakt hem wazig, van de oorlog wordt hij abnormaal helder van geest, door het wegvallen van de zedelijke remmingen. De soldaat is een bezetene: in en via hem functioneert een andere persoonlijkheid, zonder wet of moraal.
Doem-me a cabeça e o universo.
Mijn hoofd en de wereld doen zeer.
Fernando Pessoa
Um novo sol já vai raiar.
Een nieuwe zon zal stralen.
Vinicius de Moraes
Foto Ana Carvalho
Foto Ana Carvalho
Leave a Reply