Door Marilyn Suy

In Zuca-Magazine proberen we u steeds te verrassen met een gevarieerd aanbod van vertaalde Portugeestalige literatuur. Niet alleen de usual suspects, de gevestigde namen dus, maar ook jong talent. Een van die lezenswaardige jonge auteurs is Ana Pessoa (1982), van wie we in december 2020 al een tekst publiceerden in de rubriek Kinderjaren. Onlangs verscheen bij Uitgeverij Querido de Nederlandse editie van haar roman ‘Mary John’ (vertaald door Finne Anthonissen), een boek bestemd voor jongvolwassenen. Dit genre is in dit magazine nog niet eerder aan bod gekomen. Kenmerk van deze boeken is dat ze de wording van jongere tot volwassene, de groeipijnen van de opgroeiende adolescent, wil vangen. En dat is precies wat dit heerlijk eigenzinnige boek van Ana Pessoa doet.
In een lange brief aan haar vroegere buurjongen Júlio beschrijft de 16-jarige Maria João (Mary John genoemd door Júlio) hun gezamenlijke kindertijd op het buurtpleintje. Ze waren onafscheidelijk, totdat de knappe Liliana op het pleintje verschijnt en hen uit elkaar drijft. Zelfs wanneer Maria verhuist naar een andere stad, waar ze nieuwe vrienden maakt, blijft Júlio haar gedachten beheersen.
“Ik schrijf je al wekenlang. Ik weet niet goed waarom. Ik weet niet goed waarvoor. Wie ben jij, Júlio Piraat? Ik blijf maar denken aan ons verhaal. Vanaf het begin. Vanaf onze eerste ontmoeting.”
In de brief haalt Maria herinneringen op aan hun vriendschap en biecht ze haar gevoelens voor hem op:
“Je vraagt: ‘Wil je een handstand maken tegen mij aan?’ En ik maak een handstand tegen je aan. Ik roep: ‘Laat me niet vallen!’ En je laat me niet vallen. Je handen grijpen me vast rond mijn enkels en niets is zo perfect als jouw handen rond mijn enkels.
Misschien was dat wel liefde, Júlio Piraat.
Iemand ondersteboven.
Misschien. Waarschijnlijk zelfs.
Denk je niet, Júlio?
Een deel van mij denkt van wel. Maar het andere deel zegt:
Fuck de liefde, Piraat.”
Typische puberlectuur, zou je zeggen, en dat is het ook want alle puberproblemen en –emoties komen voorbij: van onzekerheid over je uiterlijk, ruzie met je moeder, je eerste menstruatie en ontluikende seksualiteit, tot onderlinge kift en de eeuwige vraag of je wel ‘cool’ genoeg bent. Maar wat dit boek zo ontwapenend maakt, is de nuchtere toon van Maria, vol zelfspot en vaak recht voor zijn raap. Haar soms nog kinderlijke gedachten worden afgewisseld met volwassen observaties.
“Ons huis werd opgesloten in het verleden, heel stil en leeg. En het was niet meer echt ons huis. Het was een eenzaam huis, met het mysterieuze gefluister van onbewoonde ruimtes.”
Uiteindelijk lukt het Maria toch om Júlio uit haar hoofd te zetten en daarmee haar kindertijd af te sluiten. Haar brief beschrijft in feite het pad dat ze aflegt van kind naar (jong)volwassene en het afscheid van Júlio staat daar symbool voor.
“En het heeft geen zin om je best te doen alles te begrijpen. Soms moet je dingen gewoon accepteren.
Ik ben ik.
Jij bent jij.”
De passages in briefvorm, waarin Maria zich rechtstreeks tot haar jeugdvriend richt, worden afgewisseld met eigentijdse dialogen. Ana Pessoa schrijft zwierige zinnen, soms in staccatostijl, met veel herhaling en humor. Zo weet ze de gedachtegang en gevoelens van de hoofdpersoon feilloos weer te geven, op een manier die niet verveelt en nooit larmoyant wordt. Dat maakt het boek ook interessant voor lezers die niet (meer) tot de doelgroep behoren. Dit tijdloze coming-of-age-boek neemt je mee terug naar je jeugd en is daarmee ook een aanrader voor ‘oudere jongeren’.

Ana Pessoa, ‘Mary John’
vertaald door Finne Anthonissen
Uitgeverij Querido, 2021
200 blz.
ISBN: 9789045125060
Leave a Reply