… met een ondeugend brutale inmenging van de vertaler…

In het kader van zijn herinneringen aan een diplomatiek bestaan schrijft onze metafysische naamgever, dichter en tekenaar Zuca Sardan, het volgende over zijn ervaringen met de Nederlandse taal en de Nederlandse koningin, waarbij hij eerst terloops verwijst naar de zeventiende-eeuwse Hollandse aanwezigheid in de Portugese kolonie Brazilië, onder leiding van de verlichte vorst Johan Maurits, die in Recife, het handelscentrum van de West-Indische Compagnie, een oase van wetenschap en cultuur wilde scheppen maar helaas moest wijken voor de winzucht van de Zeeuwse en Hollandse suikerbaronnen en zakenlieden, waarna de hele compagnie ondanks de steun van sommige autochtone bewoners vanuit het tropische paradijs de oceaan in werd gebonjourd en zich genoopt zag terug te keren naar de natte hel die Holland heette, wat nog steeds leidt tot weemoedige tranen in de ogen van hedendaagse Brazilianen die geloven dat ze met de voorlopers van Willem-Alexander, Mark, Wopke en Jeroen beter af waren geweest dan met de Portugezen, wat zijn vertaler, die zich hier ietwat brutaal met de zaak bemoeit, doorgaans afdoet met een subtiele verwijzing naar de stand van zaken in de gebieden van Zuid-Amerika waar het oranje en het rood-wit-blauw nog lange tijd zijn blijven wapperen of nog steeds hoog aan de mast hangen: Suriname en de Nederlandse Antillen.

Mijn Nederlands is een beetje belegen, het stamt uit de tijd van Johan-Maurits van Nassau in Brazilië. Mijn vader was fan van Calabar, een verlichte indiaanse leider, de Nobele Wilde van Rousseau, die actief samenwerkte* met de Bataven. Na de slag bij Guararapes, waar onze indianen de kant van de zegevierende Portugezen kozen, werd Calabar tot de galg veroordeeld, omdat hij meer inzicht had dan zijn stamgenoten en vond dat de Hollanders, vooral die aan het Hof van Prins Maurits – zoals Frans Post, die het gordeldier, de boommiereneter en de papegaai schilderde – de platonische vertegenwoordigers waren van een progressief, liberaal, democratisch en monarchistisch Bataafs Brazilië. Kijk maar naar de oude koningin Beatrix, erudiet feministe. Ik had het voorrecht in Nederland gedetacheerd te zijn tijdens de begindagen van haar bewind. Toen wij van de Braziliaanse ambassade een officieel bezoek brachten aan de nieuwe koningin, besloot zij, na een klein misverstand bij het voorstellen, dat ik, eenvoudig consul, de cultureel-politieke attaché van onze delegatie was, en ze onderhield zich geruime tijd met mij over mijn werk. Uit beleefdheid en bescheidenheid accepteerde ik mijn nieuwe functie. De ambassadeur probeerde het misverstand uit de weg te ruimen, maar daar wilde zij niet van weten. Een koninklijk woord neem je niet terug en de ambassadeur zag zich voor een voldongen feit gesteld.
*Noot van de vertaler: Of collaboreerde? Het woord colaborar betekent zowel ‘samenwerken’ als ‘heulen met’, het ligt er dus maar aan vanuit welk standpunt je de zaak bekijkt. Het woord ‘onze’ ter aanduiding van de indianen is in dezen verwarrend, omdat terstond de vraag rijst wie die ‘onze’ nu precies waren en wie de ‘wij’ zijn die van vroegere ‘onze’ gewagen, iets wat vaker tot misverstanden leidt in de geschiedkundige betrachting van de eeuwige strijd tussen volkeren en staten, maar dit, waarde lezer, onder ons gezegd en gezwegen, om onenigheid met onze surrealistische voorman te vermijden.
Tekening Zuca Sardan
Foto Ana Carvalho
Vertaling en ondeugende inmenging Harrie Lemmens
Leave a Reply