Antero de Quental werd in 1842 geboren in Ponta Delgada, op het Azoreneiland São Miguel, en in die stad maakte hij op de onheilspellende elfde september van het jaar 1891 uit wanhoop met twee pistoolschoten een einde aan zijn leven. Op een bank in een park bij het klooster van O.L.V. van Goede Hoop. Dichter – vooral bekend om zijn sonnetten – en romantisch revolutionair (Proudhon!). Hij reisde naar Amerika en Canada, woonde in Lissabon, Porto en Vila do Conde, publiceerde in diverse tijdschriften, zoals Renascença en Esperança.

Kwelling van het ideaal
Ik vond de Schoonheid die de dood
Ontstijgt en was bedroefd. Alsof ik staarde
Van de hoogste bergtop naar de aarde
En de zee en zag hoe alles, de grootste boot
Of toren, in het zonlicht slonk en vloot:
Zo zag ik de wereld en zo ontwaarde
Ik dat zij, een wolk op zee die naar de
Duisterende kim toe drijft, van kleur verschoot.
Ik zoek in vormen vergeefs het ideale,
Struikel in het duister en stuit telkenmale
Op gebreken overal en harde stoffelijkheid.
Gedoopt ben ik tot dichter voor het leven,
En door onvolmaakte vormen steeds omgeven
Werd ik een bleke man die zijn verdriet verbijt.
Tormento do ideal
Conheci a Beleza que não morre
E fiquei triste. Como quem da serra
Mais alta que haja, olhando aos pés a terra
E o mar, vê tudo, a maior nau ou torre,
Minguar, fundir-se sob a luz que jorre;
Assim eu vi o mundo e o que ele encerra
Perder a cor, bem como a nuvem que erra
Ao pôr do sol e sobre o mar discorre.
Pedindo à forma, em vão, a ideia pura,
Tropeço, em sombras, na matéria dura,
E encontro a imperfeição de quanto existe.
Recebi o baptismo dos poetas,
E assentado entre as formas incompletas
Para sempre fiquei pálido e triste.
Vertaling Gerard Klooster
Leave a Reply