Door Harrie Lemmens

‘Uit Amsterdam?’ riep de taxichauffeur uit die ons naar luchthaven Francisco Sá Carneiro in Porto bracht. ‘Daar ben ik een keer geweest, om te hockeyen.’
Anders dan in Nederland, waar hockey, de manier waarop het woord wordt uitgesproken zegt het al, iets is voor de betere kringen – de eredivisieclubs bevinden zich in Wassenaar, Bloemendaal, het Gooi en andere woonoorden op stand – wordt er in Portugal gehockeyd door het volk.
‘Wij speelden als kind met de stelen van couve-galega, die zijn lekker lang, en als bal frommelden we wat vodden op. Later heb ik bij Ramaldense gespeeld, de club die vaak kampioen werd maar geen cent te makken had. Als we ergens in het buitenland speelden, moesten we dat zelf zien te regelen. Alleen onze shirtjes kregen we van een sponsor. Hier thuis hebben we ooit gespeeld tegen de Nederlandse damesploeg. Met die ene beroemde, die Portugese, Fátima Moreira de Melo. Die doet nu aan pokeren, geloof ik. Mijn God, wat hebben we toen een pak slaag gekregen! Alle hoeken van het veld lieten ze ons zien.’
Als aandenken aan die tijd heeft hij een stick – een echte, geen koolstronk – in zijn taxi liggen, wat leuke reacties oplevert, zoals van een Engelse dame (‘My God, a stick!’), een veteraan net als hij, die daardoor vooral aan haar tijd op een dure kostschool werd herinnerd.
Kampioen zullen ze nooit worden, de Portugese veldhockeyers, dat is weggelegd voor het hockey em patins, hockey op rolschaatsen. Daar domineert Lusitanië, op respectabele afstand gevolgd door Spanje en Engeland. Daar ook geen koolstronken maar glanzende hardhouten sticks, want de jongens en sinds een tiental jaren ook de meisjes die rollen en schaatsen, hoeven niet op de kleintjes te letten.
Zo was de vader van António Lobo Antunes, neurochirurg, lid van Benfica, net als al zijn zonen, en de schrijver herinnert daaraan in een column:
‘Naast lezen was hockey mijn grote passie als kind. Mijn vader heeft meegedaan aan het ek hockey em patins van 1938 in Stuttgart. Hij speelde bij het beroemde Wonderteam van Benfica, en hij had een heel blik vol medailles waar wij mee mochten spelen. Toen we vijf of zes waren nam hij ons op zondagmorgen mee om te oefenen
‘Meer naar rechts draaien, meer naar rechts draaien’
(In Quinto livro de crónicas, Dom Quixote, blz. 43.)
Doem-me a cabeça e o universo.
Mijn hoofd en de wereld doen zeer.
Fernando Pessoa
Um novo sol já vai raiar.
Een nieuwe zon zal stralen.
Vinicius de Moraes
Foto Ana Carvalho
Leave a Reply