Door Evi Lavigne
In december 2013 stuurt Justine Sacco net voor ze op het vliegtuig naar Kaapstad stapt nog snel de volgende tweet de wereld in: ‘Hopelijk krijg ik geen aids. Grapje, ik ben blank.’ Bij aankomst blijkt maar al te pijnlijk dat haar ironie aan velen niet besteed is: Justine wordt bestookt met haatboodschappen, beschuldigd van racisme, en krijgt de volgende dag haar ontslag.
Dit zijn in een notendop de thema’s van Het donderdagtribunaal van Michel Laub: de vernietigende en nietsontziende macht van de sociale media, waar geen ruimte is voor nuance of ironie, het grillige verloop van vriendschappen en liefdesrelaties die abrupt kunnen omslaan en uitmonden in woede en wraak, en de alom aanwezige aidsdreiging.
Reclameman José Victor, net drie maanden gescheiden van zijn tweede vrouw Teca, en zijn homoseksuele vriend Walter, besmet met het aidsvirus, wisselen al jarenlang korte, vaak puberale e-mailberichtjes uit. De eerste zin zet meteen de toon: ‘Een lichaam van drieënveertig jaar hebben verhindert niet dat je denkt als iemand van vijftien.’ De grappen en sneren van de twee zijn hard en cynisch, hun houding afstandelijk – tot bij momenten de emoties door die harde schil heen breken.
En zoals Justine Sacco zich afvroeg hoe in vredesnaam ook maar iemand haar oprisping serieus had kunnen nemen, concludeert ook José Victor dat je wel heel erg dom moet zijn om dergelijke hyperbolische privé-uitlatingen op te vatten als een letterlijke verklaring. De humor van José Victor en Walter is als een code, er gaat een lange voorgeschiedenis aan vooraf en zonder context kunnen hun wrange grappen alleen maar verkeerd worden opgevat.
En dat is dus precies wat er gebeurt. Als Teca kort na hun scheiding op het paswoord van Walter stuit en achter zijn affaire met stagiaire Dani komt, gaan de poppen aan het dansen. Zij stuurt een aantal weldoordacht gekozen, uit hun verband gerukte fragmenten door aan een aantal vriendinnen, waarmee een digitale lawine op gang komt. De berichtjes van de twee mannen, die nooit bedoeld waren voor vreemde ogen, worden door de toch al vijandig gestemde vrouwen, die net als Teca ‘aan de intelligente en beschaafde kant’ van de humor zitten, met heilige verontwaardiging ontvangen.
Dat is het begin van de heksenjacht, die door Teca op zondag wordt ontketend en op donderdag ontaardt in een modern volksgericht. Beklaagde José Victor legt zijn verklaringen af voor het tribunaal, maar probeert zich niet te verdedigen, en ook zijn vriendin Dani weigert een slachtofferrol op zich te nemen. Laub blijft verrassen, de onderlinge verhoudingen tussen de vier spelers uit deze tragedie blijken uiteindelijk ingewikkelder te liggen dan verwacht. Zo worden de implicaties van het feit dat José Victor Teca heeft leren kennen via Walter, pas echt duidelijk in de tweede helft.
José Victor zegt het zelf al: Dit verhaal over liefde en verraad, trouw en wraak, openbaar en privé, is ‘bovenal een verhaal over de dood’. ‘Je kunt wel één keer de dans ontspringen, maar niet iedere keer.’ zo klinkt het telkens weer. En daarmee overstijgt het verhaal meteen ook het thema van de macht van de sociale media.
Van Michel Laub, volgens het tijdschrift Granta een van de beste jonge Braziliaanse schrijvers, verscheen eerder Overal en altijd weer in Nederlandse vertaling. Een fragment uit dit boek leest u hier.
Het donderdagtribunaal (O tribunal da quinta-feira)
Michel Laub
Vertaald door Harrie Lemmens
Ambo-Anthos, Amsterdam 2018
186 blz.
ISBN 9789026340239
Leave a Reply